LibreOffice 7.3 Help
Wijzigt de grootte van het geselecteerde object of verplaatst het.
Klik op tekstvak of vorm om te selecteren en dan ...
Kies het tabblad Opmaak - Tekstvak en vorm - Object - Object en vorm - Positie en grootte - Positie en grootte.
Open het contextmenu voor het geselecteerde object - kies het tabblad Positie en grootte - Positie en grootte.
Menupictogram Positie en grootte
Druk op F4 na selectie om het tabblad direct te openen.
Specificeer de plaats van het geselecteerde object op de pagina.
Coördinatenassen beginnen bij kolom A - rij 1.
X-coördinaten zijn negatief in een "rechts-naar-links"-tabel.
Coördinaten zijn relatief ten opzichte van de oorsprong. De linker-/bovenhoek van het pagina-inhoudsgebied is de oorspronkelijke standaard.
Voer de horizontale coördinaat in waar het geselecteerde basispunt moet worden geplaatst.
Voer de verticale coördinaat in waar het geselecteerde basispunt moet worden geplaatst.
Het geselecteerde basispunt wordt verplaatst naar de opgegeven Positie Y en Positie X.
Het basispunt keert altijd terug naar de linker-/bovenhoek bij het opnieuw openen van het dialoogvenster.
Geef de grootte van het geselecteerde object op.
Verklein het geselecteerde object naar de gekozen breedte en hoogte ten opzichte van het geselecteerde basispunt.
Voer de breedte voor het geselecteerde object in.
Voer de hoogte voor het geselecteerde object in.
Behoudt de breedte- en hoogteverhouding bij het wijzigen van de breedte- of hoogte-instelling in het dialoogvenster.
Alleen voor vormen.
Specificeer de verankeringsopties voor het geselecteerde object of frame. De verankeringsopties zijn niet beschikbaar wanneer u het dialoogvenster via het venster Stijlen en opmaak opent.
Verankert het geselecteerde aan de huidige pagina.
Verankert het geselecteerde aan de huidige alinea.
Verankert het geselecteerde aan een teken.
Verankert het geselecteerde als teken. De hoogte van de huidige regel wordt aan de hoogte van de selectie aangepast.
Verankert de selectie aan het omringende frame.
Klik op een basispunt in het raster en voer de nieuwe dimensies voor de grootte in de vakken Breedte en Hoogte in voor het geselecteerde object.
Het geselecteerde basispunt blijft vast in het raster. Het object wordt verkleind ten opzichte van dat punt.
Voorkomt wijzigingen in de positie en grootte van het geselecteerde object.
Voorkomt dat u de grootte van het object wijzigt.
Specificeer de plaats van het geselecteerde object op de huidige pagina.
Selecteer de optie voor horizontale uitlijning voor het object. Deze optie is niet beschikbaar als u "Als teken verankeren" kiest.
Bepaal hoeveel ruimte er moet zijn tussen de linkerrand van het geselecteerde object en het referentiepunt dat u in het vak Naar hebt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u "Vanaf links" selecteert in het vak Horizontaal.
Selecteer het referentiepunt voor de geselecteerde horizontale uitlijningsoptie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Alineagebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de gehele breedte die beschikbaar is voor de alinea, inclusief ruimte voor inspringen.
Alineatekstgebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de gehele breedte die beschikbaar is voor tekst in de alinea, uitgezonderd ruimte voor inspringen.
Linker alinearand: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de breedte van de beschikbare ruimte voor inspringen links van de alinea.
Rechter alinearand: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de breedte van de beschikbare ruimte voor inspringen rechts van de alinea.
Linkerpaginarand: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de beschikbare ruimte tussen de linker paginarand en de linker alinearand.
Rechter paginarand: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de beschikbare ruimte tussen de rechter paginarand en de rechter alinearand.
Hele pagina: het object wordt gepositioneerd over de gehele breedte van de pagina, van de linker- tot de rechter paginaranden.
Paginatekstgebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de gehele breedte die beschikbaar is voor tekst op de pagina, van de linker tot de rechter paginamarge.
Teken: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de horizontale ruimte die door het teken wordt gebruikt.
Houd er rekening mee dat de reeks beschikbare opties afhankelijk is van de Anker-instellingen. Het is daarom mogelijk dat niet alle hierboven genoemde opties worden weergegeven vanwege de huidige ankerkeuze.
U kunt het resultaat zien van de uitlijningsopties die u selecteert in het vak Voorbeeld.
Keert de huidige horizontale uitlijningsinstellingen op even pagina's om.
Selecteer de optie voor verticale uitlijning voor het object.
Als u een object aan een frame met een vaste hoogte verankert, zijn alleen de uitlijningsopties Beneden en Gecentreerd beschikbaar.
Geef de hoeveelheid ruimte op die er moet zijn tussen de bovenrand van het geselecteerde object en het referentiepunt dat u in het vak Naar hebt geselecteerd. Deze optie is alleen beschikbaar als u 'Van boven' of 'Van beneden' (als teken) selecteert in het vak Verticaal.
Selecteer het referentiepunt voor de geselecteerde verticale uitlijningsoptie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Marge: Afhankelijk van het type verankering, wordt het object gepositioneerd rekening houdend met de ruimte tussen de bovenmarge en het teken ("Naar teken" verankering) of onderrand van de alinea ("Naar alinea" verankering) waar het anker wordt geplaatst.
Alineatekstgebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de hoogte van de alinea waar het anker is geplaatst.
Hele pagina: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de volledige paginahoogte, van boven naar beneden paginaranden.
Paginatekstgebied: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de volledige hoogte die beschikbaar is voor tekst, van boven- tot ondermarges.
Teken: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de verticale ruimte die door het teken wordt gebruikt.
Lijn tekst: het object wordt gepositioneerd rekening houdend met de hoogte van de tekstregel waar het anker is geplaatst.
Basislijn: alleen beschikbaar voor "Als teken" verankering, deze optie zal het object positioneren rekening houdend met de tekstbasislijn waarop alle tekens worden geplaatst.
Rij: alleen beschikbaar voor "Als teken" verankering, deze optie zal het object positioneren rekening houdend met de hoogte van de rij waar het anker is geplaatst.
Houdt het geselecteerde object binnen de layout-grenzen van de tekst waaraan het object verankerd is. Selecteer deze optie niet als u het geselecteerde object op een willekeurige plaats in het document wilt kunnen zetten.
De optie Binnen de tekstbegrenzingen blijven is standaard geselecteerd wanneer u een document opent dat gemaakt is in een oudere versie van Writer dan OpenOffice.org 2.0. Deze optie is echter niet geselecteerd wanneer u een document maakt of wanneer u een document in Microsoft Word-indeling (*.doc) opent.
Specificeert, als de grootte van een tekenobject moet worden aangepast aan de grootte van ingevoerde tekst.
Past de breedte van het object aan de breedte van de tekst aan, als het object kleiner is dan de tekst.
Past de hoogte van het object aan de hoogte van de tekst aan, als het object kleiner is dan de tekst.
Aanpassen is alleen beschikbaar voor tekstvakken. Gebruik Opmaak - Tekst om vormen aan tekst aan te passen.